Fort Hancock to Van Horn (dinsdag 21 maart, zestiende fietsdag)

24 maart 2023 - Van Horn, Texas, Verenigde Staten

Het is nog niet warm in de ochtend, maar ook niet meer zo koud als het geweest is. Dit gevoegd bij het eten in de ruimte van de kerk zorgt voor een aangenaam begin van de dag. Daarbij helpt de opkomende zon ook. Ik maak foto's van het land achter de kerk. Het land is droog en de katoenpluisjes zijn nog te zien. Het lijkt er dus inderdaad heel erg op, dat hier katoen wordt geteeld. Het zou me niet verbazen, als de lage waterstand van de Rio Grande verband houdt met de katoenteelt, maar ik moet er direct bij zeggen, dat ik niet weet, of dit gebied ook op de Rio Grande afwatert. We verlaten Fort Hancock. Voor degene, die er nooit geweest zijn: niets gemist. We rijden over een rustige weg met hier en daar land, wat blijkbaar voor de katoenteelt gebruikt wordt, maar ook het nodige niet in cultuur gebrachte land. Huizen zijn er bijna niet langs de weg en als ze er zijn, maken ze een vervallen indruk. Dit is duidelijk niet het gedeelte van Texas, waar "het" gebeurt. Na 21 mijl zijn we bij de eerste sag-stop. Er is tot dan weinig gebeurt afgezien van het feit, dat ik een dode skunk (stinkdier) naast de weg heb zien liggen (Anansie ontbreekt overigens). Wel hebben wij Mark vandaag in onze min of meer vaste groep van vijf. Mark mist zijn fietsmaatje Jim Bob en is op zoek naar een nieuw groep. Na de sag-stop komen we op een weg parallel aan de Interstate 10 te  rijden. De weg is goed berijdbaar, maar in het begin moeten we wel en stuk klimmen. Het voordeel van zo'n weg parallel aan de Interstate is, dat het doorgaande verkeer (en dat is hier bijna alles) de Interstate neemt en wij dus niet in de berm (shoulder) van de weg hoeven te rijden, maar op de weg zelf kunnen rijden. En doorgaans is het wegdek van de weg toch wel beter dan het wegdek van de shoulder. Vaak rijden we anders ook op de weg, maar dan moeten we meer letten op het verkeer, zeker als beide richtingen maar één baan hebben en grote trucks elkaar net tegenkomen, als wij daar ook rijden. Het landschap is inmiddels weer veranderd: het is prairie-achtig met op de achtergrond bergen. Teelt van producten lijkt mij hier niet mogelijk en het gebeurt ook niet. In schrille tegenstelling tot de zeer drukke Interstate links van ons is de stille spoorlijn rechts van ons: geen trein en en dus ook geen whistles. Wel toetert er af en toe een truck naar ons; altijd leuk. De chauffeurs zullen zich verbazen over de malloten, die op de fiets door deze streek trekken. Na 40 mijl komen we aan in Sierra Blanca. Dit stadje heeft zijn hoogtijdagen gekend in de periode, dat de Southern Pacific spoorlijn en de Texas Pacific spoorlijn hier bij elkaar kwamen. Er was hier water, waarmee de stoomtreinen bevoorraad konden worden (denk aan Once upon a time in the west). Na de introductie van de dieseltreinen was water niet meer nodig en Sierra Blanca dus ook niet meer. Daar kwam dan nog bij de aanleg van de Interstate buiten het stadje om. Het zou een ramp zijn voor het stadje, als al het verkeer, dat nu over de Interstate gaat, nog over de oude weg en dus door het stadje zou gaan, maar dat verkeer zorgde wel voor reuring: er moest immers af en toe gepauzeerd worden, overnacht worden etc. Vooruitgang is niet altijd voor iedereen een verbetering, om het zo maar te zeggen. We rijden door het stadje, dat al redelijk op weg is een ghosttown te worden heen en gaan dan even naar rechts om de Interstate 10 over te steken. Daar is sag-stop twee bij Delfinas Restaurant. Dit restaurant is uit het oude stadje hier naar toe verhuisd en dat lijkt me een goede keuze. Er is ook een motel vlakbij: dat zorgt ook weer voor klandizie. Het is een Mexicaans restaurant met heerlijk eten. Piet en ik nemen flautas: dat zijn drie rolletjes met vlees, rijst, bonen en wat groente. Prima voor de lunch. Colaatje erbij en we maken een goede kans vandaag weer de eindstreep te halen. Het is behoorlijk druk in het restaurant (en dus is het verstandig dat de organisatie het restaurant vooraf waarschuwt; dit is uiteraard ook in het belang van de organisatie: als er in deze gebieden geen restaurants zijn, wordt het ook lastig om er doorheen te fietsen). Er komen ook zes mensen van de Border Patrol eten (vijf met een Mexicaans uiterlijk en een zwarte mevrouw): kogelvrije vesten aan en pistolen aan de broekband. Gelukkig hebben Piet en ik geen Mexicaans uiterlijk. Eerder op deze dag hebben we al leden van de Border Patrol gezien, die op een bepaalde plek duidelijk aan het zoeken waren. 

Na de lunch gaan we weer naar de andere kant van de Interstate. We volgen de weg parallel aan de Interstate weer een tijdje en wel 20 mijl. We dalen nu wat, hebben een niet ongunstige wind en een goed wegdek: we kunnen dus lekker doorrijden. De bergen aan beide zijden van ons zijn fraai: er zitten mooie tafelberg tussen (tablet mountains of mesas volgens JJ). In ieder geval mooi om te zien. Het rijdt heerlijk ontspannen op zo'n weg, waarop je in pakweg 20 mijl misschien vijf keer een auto van voren ("car up") en vijf keer een auto van achteren ("car back") hebt. Je moet er alleen op letten, dat je niet tegen elkaar aanrijdt. Jim (van sag een) heeft vorig jaar de Coast2Coast met Timberline gefietst en heeft gisteravond (waarschijnlijk mede naar aanleiding van het ongeluk van Jim Bob) nog een verhandeling gehouden over het fietsen in een "paceline" (dus in een rijtje achter elkaar, met name tegen de wind in). De omgeving waarin we de laatste dagen waren en we de komende tijd nog zijn, staat er om bekend, dat het er hard kan waaien (in de ochtend is er vrijwel geen wind en in de loop van de dag komt er flinke wind, meestal met vlagen). Wij (Paul, Piet, JJ, Rick en ik) rijden weliswaar achter elkaar, maar dat is meer om het overige verkeer ruimte te geven en niet zozeer om het tempo hoog te houden. Alleen bij flinke wind gaan we wisselen: rotation. Degene, die op kop rijdt, moet dan buitenom afzakken, en de nummer twee wordt nummer een, etc. En als je van kop af wilt, geef je dat aan met een signaal en dan mag je pas buitenom afzakken, als je vanachter het signaal "clearing back" hebt gekregen. Voorts wijst Jim nog op de signalen, die de voorste moet geven en die zeker in een paceline voldoende duidelijk moeten zijn (het mag niet zo zijn, dat de vijfde in de paceline pas weet, dat er een aangereden coyote op de weg ligt, als de vierde eroverheen gereden is). De belangrijkste les voor de eerste: "Never use your breaks". Dan ligt immers de rest over hem heen en dat is niet de bedoeling. Het met z'n tweeën naast elkaar rijden heet "echeloning" (ik denk althans, dat het zo geschreven wordt; denk ook aan het Nederlandse woord "echelon", wat laag (in de zin van bijvoorbeeld bestuurslaag) betekent). Amerikanen rijden doorgaans iets verder achter elkaar dan ik gewend ben. Hoe dan ook, we hebben nog geen valpartijen gehad in die zin, dat we te dicht achter elkaar reden. Dat heeft uiteraard met beleid (afstand), concentratie en mazzel te maken. De vergelijking met de Weissensee gaat wat dat betreft ook wel op. En je moet uiteraard op je voorganger kunnen vertrouwen. Na 60 mijl zijn we bij sag drie en we zijn nog niet gevallen: we hebben blijkbaar goed naar de wijze lessen van gisteravond geluisterd, hoewel meer mee zal spelen dan we een redelijk gunstige wind hebben. Vlak na de sag-stop moeten we via een brug (met leuningen van ongeveer een halve meter) de Interstate oversteken. Ik zie al een gusty wind komen, die me met fiets en al over de brugleuning voor de met 70 mijl per uur aankomende trucks op het asfalt deponeert (en dat is toch wat anders dan vrijwillig op een stilstaande trein springen). We komen na het oversteken van de Interstate op de Interstate zelf te rijden. Eigenlijk is dit gekkenwerk: twee banen Interstate dezelfde kant op (er is een strook van ongeveer 10 meter open grond zonder vangrail of wat dan ook tussen de twee rijrichtingen), dan een stukje wasbord en dan de berm, waar wij op fietsen. Ik heb het idee, dat er soms amper twee meter (of nog minder) is tussen ons en de voorbij scheurende trucks, die vanwege de drukte vaak niet op de tweede baan kunnen rijden en dus vlak langs ons gaan. En daarbij komen dan nog enerzijds de behoorlijk sterke, vlagerige wind, die ons juist naar de trucks toe blaast, en anderzijds de luchtverplaatsing van de trucks, die ons ook naar de weg trekt. We gaan naar beneden en mede daardoor ook nog behoorlijk hard, maar veiligheidshalve wel flink uit elkaar. Ik stop bij een bord, dat de afstanden aangeeft: Van Horn nog 10 mijl en Dallas nog 510 mijl (en het feit, dat Dallas ook in Texas ligt, geeft wel iets aan over de grootte van deze staat).  Ik ga weer achter de rest aan, die na mijn fotomomentje bovenop de laatste heuvel even op me gewacht heeft. We gaan verder voor de laatste 10 mijl, flink in de afdaling.  Ik rij als vierde, met Paul en Piet achter mij en JJ direct voor mij. Rick en Mark rijden weer voor hen. Bij het bord, dat aangeeft, dat we de Central Time Zone ingaan (toch weer een teken, dat we de goede kant opgaan), laat ik JJ een foto van mij maken. Ik verbaas me erover, dat Paul en Piet nog niet komen, maar dat zij verder zo. JJ en ik gaan weer verder over de Interstate, totdat we in Van Horn aankomen. We volgen de pink arrows naar het RV-park, waar we overnachten. We moeten daarvoor de hoofdstraat van Van Horn zo'n beetje helemaal afrijden, maar die loopt naar beneden: dat is dus niet zo erg. We vinden het RV-park dan ook: 75 mijl. Ik parkeer mijn fiets en neem in de chillzone een colaatje. Ik verbaas me wel over het feit, dat Piet en Paul er nog niet zijn en word op een bepaald moment ook wel wat ongerust. Uiteindelijk komen ze toch binnen. De oorzaak van de vertraging is een lekke achterband van Piet. Paul reed voor hem en Piet kon nog net een brul naar Paul geven. Samen hebben ze de band verwisseld. Ik zoek mijn tent op en ga me douchen. Het is lekker weer om nog even in de chillzone te zitten: dat is deze tocht ook wel anders geweest. De naam Van Horn lijkt op een Nederlandse band te wijzen, maar ik heb hem niet kunnen ontdekken. Van Horn is wel bekend van Jeff Bezos, die hier zijn Blue Origin heeft gevestigd (prive-onderneming, waarmee mensen naar Mars gestuurd moeten gaan worden). Er zijn hier in ieder geval al succesvolle vluchten geweest. Voor de rest is hier niets te beleven. Het waait zoals vermeld behoorlijk. Als je sla op je bordje doet, is het handig om meteen dressing er op te doen: anders waait het weg. Maar het eten smaakt weer uitstekend. In de avond werk ik nog wat aan mijn blog. Ik heb de WiFi van Paul nodig om wat te kunnen verzenden. Je zou in een land als de VS verwachten, dat er overal goed internet is, maar dat dat hier ontbreekt, geeft toch wel aan, dat we in een uithoek zitten.

2 Reacties

  1. Bernadette:
    24 maart 2023
    Wim, weer genoten van je verslag.
    Wees voorzichtig, houd vol en maak mooie foto’s. Groetjes, Bernadette
  2. Aad:
    24 maart 2023
    Willem, ik zag gisteren in een tv-programma een stuk over Artificial Intelligence. Dat gaat allemaal razendsnel en gaat voor een aantal beroepen betekenen, dat die eigenlijk gaan verdwijnen. Als eerste werd het beroep van fiscalist genoemd...Je kunt dus rustig aan doen en doe dus vooral voorzichtig. Ik geniet van je verhalen. Veel plezier verder.