Vancleave - Dauphin Island (2) en 7e rustdag

17 april 2023 - Dauphin Island, Alabama, Verenigde Staten

We moeten na de lunch nog18 mijl tot Dauphin Island. Het is inmiddels prachtig zonnig weer geworden. We volgen nu al de borden van de veerboot, terwijl we die vandaag toch echt niet gaan nemen. Je kunt zien, dat de bewoonde de wereld langzamerhand begint op te houden: geen woningen meer, maar nog wel veel autoverkeer richting gaan Dauphin Island. Eerst hebben we rechts water, wat al een onderdeel is van de Golf van Mexico, maar daar komt vervolgens een schiereiland: Pascagoula (dat lijkt me een Indiaanse naam). Dan komen we bij Mobile Bay en gaan we naar het zuiden. Mobile Bay is een hele grote baai en wij gaan via het eiland en de ferry om de drukte van de stad Moblle te vermijden. We zien nog de nodige bayou's, al dan niet reeds in verbinding met de Golf van Mexico en vervolgens de brug naar Dauphin Island. Dat is een grote brug, die al van ver te zien is. Paul heeft gezegd, dat we stoppen, als iemand een foto wil maken (dat doen we sowieso de hele tour al), maar ik gebruik het nu als een vrijbrief. Daar komt bij, dat het uitzicht heel mooi is en de zon het groen van de bomen en het blauw van het water prachtig met elkaar doet combineren. We stoppen ook een paar keer gezamenlijk om elkaar op de foto te nemen met de brug op de achtergrond. Als we aan de beklimming van de brug beginnen (klinkt wellicht wat overdreven, maar zo voelt het wel), stop ik om foto's te maken van pelikanen. Die zitten daar blijkbaar niet op te wachten en verplaatsen zichzelf een paar keer. Daar zit ik nou weer niet op te wachten: ik moet weer terug. Uiteindelijk levert het nog wel wat foto's op, zowel van drijvende als van vliegende pelikanen. Helaas zijn ze niet wit: dan zouden ze beter afsteken tegen het blauwe water. Maar wachten op witte pelikanen lijkt me hier niet verstandig. Er staat al een bord op de brug, dat je alleen in noodsituaties mag stoppen. Ik ga er gemakshalve vanuit, dat dat alleen geldt voor automobilisten: dat ben ik niet. Er staat niet veel wind. Er is wel een reling op de brug, maar die is toch meer bedoeld om auto's tegen te houden. De reling lijkt me niet veel hoger dan de vangrail, die een paar weken geleden Piet niet tegenhield. Gelukkig komt de weinige wind van rechts (ik word dus wel naar de auto's toe geblazen), maar dat risico is vanwege de hoeveelheid wind te overzien. Ik vraag me wel af bij hoeveel windkracht de brug afgesloten wordt voor het verkeer (en dan met name fietsverkeer: als er een vlagerige wind van links komt, is fietsen over deze brug naar Dauphin Island toch een avontuur op zich). Dit is voor nu evenwel hypothetisch: geen zorgen dus, al moet ik zeggen, dat ik bij het naar beneden gaan toch iets voorzichtiger ben dan gebruikelijk in een afdaling. Ik zie links en rechts van het eiland ook al diverse booreilanden: niet helemaal bijzonder in de Golf van Mexico. Voor het eiland liggen ook nog wat enigszins begroeide zandbanken: natuurgebieden. Paul en Piet staan bij het eind van de brug op me te wachten, terwijl Rick al is doorgereden. Bij het bord Welcome to Dauphin Island maken we foto's: geen nieuwe staat, maar wel leuk. Pakweg 200 meter verder is een T-splitsing met een grote watertoren met daarop ook de tekst Welcome to Dauphin Island. We gaan rechtsaf richting ons motel over min of meer de enige weg, die het eiland rijk is, afgezien van de weg van het eind van de brug naar de T-splitsing. Eigenlijk gaan we niet over de weg, maar over het fietspad, dat naast de weg is aangelegd. Na ongeveer 2 kilometer zijn we bij het motel, dat min of meer aan zee ligt (het ligt aan water, dat heel snel naar de open zee geleidt). Aan de andere kant heb ik de zee ook al gezien: het eiland is hier maximaal een paar honderd meter breed. Ik vraag Jim, waar het strand is: dat is vlakbij aan de andere kant van de weg (aan de zuidkant van het eiland). Het is nog vroeg, de weersomstandigheden veranderen hier snel, de berichten voor morgen zijn nog onduidelijk en dus stel ik Piet voor om meteen te gaan zwemmen in de Golf van Mexico: het kan nu immers. Dus fietsen op de kamer (we zitten op de begane grond: dat scheelt klimwerk), zwembroek aan, handdoek mee (nee, niet van het motel) en naar het strand. Dat valt dan toch weer even tegen in die zin, dat we overdrassige gronden moeten lopen om bij het strand te komen en eigenlijk ook nog door wat water moeten waden. Daar zijn wij en onze schoenen niet op voorbereid. Dan maar schoenen uit en op mijn fietssokken: blote voeten vind ik te tricky. Hoe dan ook, we komen bij het strand en daarmee ook bij de zee. Het is er niet druk, maar er zijn wel wat strandgasten (aan de andere kant van ons motel is een hotel met een afgezet strand: daar lijkt het iets drukker). We gaan het water in: het is minder koud dan de Noordzee, maar "je moet er toch even doorheen". En dat lukt probleemloos. We hebben nu de Pacific en de Golf van Mexico gehad: het volgende doel is de Atlantische Oceaan. Even wachten nog.

We gaan terug naar ons motel: douchen in een echte douche met warm water en met een gewone handdoek afdrogen. Iets overdreven: dat is al een feest op zich. Daarnaast staat mij een echt bed ter beschikking: ook wel weer eens lekker. En dat voor twee nachten: wat een luxe!! We gaan na de douche nog even naar de in de zon gereed gemaakte chillzone: er zijn niet veel mensen, die even gezwommen hebben (op de terugweg van de zee zijn we wel Jody en Susan tegengekomen, maar die hebben het bij pootje baden gelaten: te koud). Zij zijn blijkbaar wat anders gewend dan de Noordzee. Het avondeten vindt onder deze omstandigheden uiteraard buiten plaats: dat is nu prima te doen. Na het avondeten werk ik aan mijn blog: ik heb nu goede WIFi en daar moet ik gebruik van maken.

Dauphin Island (zaterdag 15 april, zevende rustdag).

Het ontbijt is "pas" om acht uur: dat betekent dus uitslapen. Het is redelijk zonnig, maar duidelijk minder dan gisteren. En de weerberichten houden niet over: na ongeveer 14.00 uur kunnen we regen en onweer verwachten. Piet en ik hebben na het ontbijt even krijgsoverleg. Er zijn twee bezienswaardigheden op het eiland en dat zijn Fort Gaines (op het oostelijke puntje van het eiland) en Audubon Bird Sanctuary (iets westelijk van het fort). We besluiten om eerst naar net fort te gaan en dan naar het vogelreservaat. Het fort is ongeveer 3 mijl van ons motel: dat is te ver om te lopen en dus gaan we met de fiets. Onderweg zien we deels wel (de nieuwe) en deels niet (de oude) op palen gebouwde woningen. We raken aan de praat met een echtpaar, dat een niet op palen gebouwde woning heeft: de weg overstroomt vaak, maar het huis heeft in hun periode 19 jaar) relatief weinig last gehad, al hebben ze wel een lager gedeelte vervangen door een hoger gedeelte. We fietsen door naar het fort (we fietsen dan langs de vertrekplaats van de ferry). Bij aankomst zien we Hal en Cindy. Het fort ligt op het uiterste oostelijke puntje en moest de ingang naar Mobile Bay bewaken. Het fort heeft een rol gespeeld bij Engels-Amerikaande schermutselingen rond 1814 (ik verkeerde in de veronderstelling, dat die er na de Onafhankelijkheidsoorlog van, naar ik meen, 1776-1779, niet meer geweest waren, maar er is tussen de Engelsen en de Amerikanen blijkbaar nog wat gedoe geweest rond Louisiana, dat toen nog veel groter was dan nu) en in de Burgeroorlog. De zuidelijke staten hadden Mobile in handen en dat was hun aanvoerplaats voor al dan niet militaire goederen. Mobile Bay (en daarmee Mobile) werd dus beschermd vanaf Dauphin Island, maar uiteindelijk zijn de schepen van de noordelijke staten ondanks de nodige verliezen (oa boot op mijn) Mobile Bay binnenvaren om zo Mobile in te nemen en van daaruit verder te trekken. Veel historie dus. Het is heerlijk wandelen door het fort, waarin door middel van informatieborden en en brochure de nodige achtergrondinformatie gegeven wordt. Wat heel duidelijk overkomt is de werking van een latrine, die ten gevolge van de getijdenwerking door de zee gereinigd werd: daar was dus goed over nagedacht. Er wordt in een museum ook nog wat aandacht besteed aan de geschiedenis van het eiland zelf. Het is eerst Spaans geweest en later Frans. Het is vernoemd naar de Franse kroonprins: de dauphin (voor de wielerliefhebbers: denk aan de Dauphiné Liberé) en dus niet naar dolfijnen. 

We verlaten het fort (Paul komt net aan) en gaan naar het vogelreservaat. Eigenlijk is het veel meer dan dat. Er zijn (jawel) vogels, maar het is lastig om te zien of die in het reservaat thuishoren, er staan prachtige bomen (oa magnolia's van wel vijf meter hoog met de eerste knoppen in bloei), er zijn wandelpaden en ook vlonders, er is een moeras en er is een groot meer met alligators en schildpadden. Ik zie in het meer wel een schildpad, maar geen alligators. Er staat op borden wel, dat de alligators niet gevoerd mogen worden en dat je dus op de paden moet blijven. Nou, dat laatste doe ik wel. Aangegeven wordt ook nog, dat er soms wel eens alligators van de kust van Alabama naar het eiland "raften". Ik zie het helemaal voor me: een alligatorfamilie, die op een mooie zomerse dag op een vlot een rondje gaat varen voor de kust van Alabama, wat uit de koers raakt en op Dauphin Island belandt. En als het dan bevalt, dan blijf je, ook al ben je een alligator. We lopen nog even naar de duinen en het strand achter het reservaat. Ik kijk nog even uit over zee om te zien, of er toevallig een vlot langskomt, maar ik zie alleen maar boorplatforms.

Het is tijd voor de lunch. We gaan op zoek naar de alom aangeprezen Lighthouse Bakery en die vinden we ook. Piet heeft gisteren in de zee gestaan en geconstateerd, dat hij wat aangekomen is: dat kan uiteraard niet. We houden het daarom bij cappuccino met een cinnamon role en slaan de lunch over. Het smaakt overigens niet minder. Het weer wordt er niet beter op. We besluiten om naar de andere kant van het eiland te fietsen, voorbij ons motel dus. Ik heb het idee, dat het eiland voorbij ons motel nog maximaal een kilometer lang is, maar dat valt vies tegen. We zien allerlei huizen op palen, nieuw gebouwd of nog in de bouwfase en zelfs nog als bouwterrein. Ik denk, dat het hoogste punt van dit eiland 5 meter boven zeeniveau is. De plekken, waarop de nieuwe huizen gebouwd worden of zijn, halen dat zeker niet: dat lijkt me toch vragen om problemen. En de huizen zijn wel op palen gebouwd en soms ligt er een boot onder (en die kan wat hebben, als het water omhoog komt, al is het dan wel de vraag, of het handig is om de boot onder het huis te parkeren, maar er staan vaak ook auto's onder geparkeerd: die zie ik al in zee drijven en door een alligatorfamilie als vlot gebruikt worden). Het eiland blijkt langer dan we gedacht hadden en nog steeds zien we nieuwe huizen. Het laatste huis (wel met versterking) ligt aan de zuidkant en aan de westkant direct aan zee en ik schat, dat de noordkant 50 meter van zee is verwijderd. Denkend aan Katrina zou ik hier toch niet rustig slapen, als Katrina II aangekondigd zou worden. Als ik naar de lucht kijk, ben ik bang, dat Katrina II al dichterbij is dan gedacht. We gaan dus snel terug (tegenwind: ook dat nog) en zijn net op tijd binnen, voordat de eerste regendruppels vallen. Onweren deed het al, maar daar hebben we gelukkig geen last van gehad. Ik ga binnen aan mijn dagboek werken in die zin, dat ik foto's ga plaatsen. Het gaat niet snel, maar het lukt. Tijdens het avondeten is het weer droog, maar het is goed te zien, dat er heel veel water gevallen is. Het avondeten valt ook, maar dan in de smaak. Tijdens de voorbespreking van morgen wordt aangegeven, dat de weersverwachting niet best is: afwachten maar. Voorts wordt ingegaan op de overtocht per ferry ofwel pont: mijn oud-LTB-collega's kunnen bevestigen, dat ik daarmee voldoende ervaring heb (Lekkerkerk, Schoonhoven, Buitenhuizen, Spijkerboor, Akersloot, Velsen-Noord, Genemuiden en zelfs Eemnes, al moet je er bij die laatste wel rekening meehouden, dat hij op zondag niet vaart, maar dat weet ik dan weer uit andere bron) en op dit punt verwacht ik dus geen enkel probleem, tenzij er heel veel wind gaat komen: de vermelde pontjes gaan immers niet echt over open water). We vertrekken om 7.00 uur, moeten dan om 7.30 bij de pont zijn, waarna deze om 8.00 uur kan uitvaren. Dat moet toch lukken. We gaan terug naar onze kamer: werken aan foto 's, logboek etc.