Casa Grande -Catalina State Park (zaterdag 11 maart, achtste fietsdag).

15 maart 2023 - Catalina State Park, Verenigde Staten

Het RV-park is zoals vermeld behoorlijk groot en voor ons is de afstand tot het toiletgebouw aanzienlijk. Ik heb het idee, dat Piet dan dichterbij naar oplossingen zoekt. Ik heb hem gisteravond volledigheidshalve verteld, dat bij de rijdersbijeenkomst is gezegd, dat er op het land achter de tenten slangen kunnen zijn, dat ze niet in de tent komen, maar dat als hij net achter de tenten een plasje gaat plegen, het dan wellicht wel verstandig is om schoenen aan te trekken. Ik hoor er deze ochtend niets van: het zal dus wel goed zijn gegaan. Na het ontbijt vertrekken we stuk voor stuk, omdat we allemaal door Barb op de foto genomen gaan worden. Ik vind het in de ochtend nog steeds koud genoeg om mijn schaatsbroek aan te hebben bij het vertrek. Desalniettemin gaan er al de nodige weg in korte  broek. We verlaten Casa Grande via wat binnenwegen en komen dan weer op een grote weg, waar staat aangegeven, dat het nog 47 mijl is naar Tucson. We komen tijdens onze fietstocht het niet echt in Tucson, maar rijden er min of meer omheen. De afstanden, die we deze dagen moeten fietsen, worden deels bepaald door de ligging van de plaatsen, als die er al zijn. Soms is de keuze voor de organisatie dus plaats A en zo niet wordt het plaats B, maar dat is dan wel meteen 30 mijl oid verder. We rijden over een smalle weg met voor beide kanten een baan. Een berm is er bijna niet: dat is dus erg krap. Het gaat wel, als auto's ons inhalen en er komt van de andere kant geen verkeer: dan nemen de trucks wel de andere baan. Maar als er wel een tegenligger is, zeker een grote truck, krijgen we niet heel veel ruimte: ik heb dan soms het idee, dat ik moet kiezen tussen aangereden worden door de truck of geprikt worden door de cactussen in de berm. In dit gebied staan weer heel grote cactussen. Dat doet me denken aan een verhaal uit een boek van Arendsoog, waarbij Arendsoog tussen de cactussen door achter een bandiet aanliep, die omkeek en vervolgens recht in een cactus liep met fatale gevolgen. Het is goed, dat ik redelijk belezen ben: zo kan ik af en toe nog eens naar werken uit de wereldliteratuur verwijzen. We zien in de verte grote bergen: daar is een park en daar kunnen we eventueel een bezoek aan brengen. In de berm en verderop duiken ondertussen naast de grote cactussen prachtig gekleurde bloemen op. Wat dat betreft is het wel een genot om hier te fietsen. We lassen diverse fotomomentjes in, maar als je dan de achterste bent, is het soms wat lastig om weer bij te komen. De benen voelen vandaag wat vermoeid: wellicht zijn ze aan een rustdag toe. Na 20 mijl gaan we van de route af om het Picacho State Park in te gaan. Eigenlijk ligt de ingang van het park aan de route. We gaan met een man of acht het park in en kopen een kaartje. Veel Amerikanen gaan met hun auto het park in en blijven ook min of meer in hun auto zitten (foto's vanuit de auto), terwijl het voor velen van hen toch veel beter zou zijn om een stukje te gaan wandelen. Wandelaars zijn er uiteraard ook en wij dus als fietsers. Bij de ingang raak ik de groep even kwijt, neem vervolgens een verkeerde afslag, die alleen naar een parkeerterrein leidt, keer om en neem een andere route. Er moet nog flink geklommen worden tussen de grote cactussen en de bloemrijke omgeving door. Maar het is prachtig om te zien. En er staan niet alleen grote cactussen in het park, maar ook andere soorten. Gelukkig kom ik op een bepaald moment JJ tegen en weet ik, dat ik weer op de route zit. JJ neemt foto's van me, terwijl ik tussen de bloemen sta. Hij geeft aan, dat het eigenlijk niet de bedoeling is om tussen de bloemen te gaan staan. Dat doet me denken aan de toeristen in "onze" bollenvelden. Voorzichtigheid is dus geboden. We komen ook de andere fietsers tegen, rijden nog wat rond en verlaten dan het park. Dat het zo druk is (het is wel een zaterdag) heeft volgens mij ook te maken met het feit, dat veel Amerikanen met hun campers door het land rijden en dan in de winter Arizona opzoeken: lekkere temperatuur en over het algemeen niet te druk. Voorts begint de lente hier vroeg en is het in de zomer veel te warm om in Arizona te zijn. We verlaten het park en komen direct bij de eerste sagstop van vandaag. We eten en drinken er wat en gaan vervolgens naar een hele grote (souvenir)winkel vlakbij de sagstop. Daarin is een Dairy Queen gevestigd en dat doet me aan tante Annie Boekel denken. Piet en ik kopen er een ijsje. Neef Paul DeLetter vertelt me buiten, dat als tante Annie op bezoek was bij zijn vader en moeder, het bijna iedere dag Dairy-Queen-dag was en dat hij en zijn zussen/broer dat prachtig vonden. Als we de sagstop verlaten, zie ik een interessante bedrijfsnaam op een groot pand staan: Dutch Bros. Geen idee, waarin die handelen, maar de naam triggert me. We rijden 12 mijl verder over de N Casa Grande Highway met links een spoorlijn en woestijnachtig gebied en rechts de Interstate met woestijnachtig gebied. Paul, Piet, JJ en ik zijn de laatsten. Ik rij op kop, maar erg hard gaat dat niet: geen goede benen. JJ neemt het op een bepaald moment over en hij gaat hard zat. Als we na 31 mijl even omhoog moeten om een toegangsweg naar de Interstate te kruisen, geef ik aan, dat het wel wat zachter mag. Dat doet hij vervolgens. Een paar kilometer verderop neemt Piet het over en hij houdt er een goed tempo in, totdat we bij de tweede sag zijn: 35,8 mijl. We gaan eten bij Jack in the box: een of andere keten. Piet en ik bestellen stukjes kip: dan weet je in ieder geval, wat je krijgt en nog belangrijker is, dat we weten hoeveel we krijgen. Het smaakt ook nog goed. We zitten vlakbij een druk kruispunt in Marana: de doorgaande Interstate 10 en de weg naar Oro Valley. We nemen de weg naar Oro Valley en het lijkt wel, of deze weg met de kruisingen nog niet zo lang geleden is aangelegd. Rick fietst met ons, JJ, Piet en mij mee, maar de dames Susan en Jody alsmede Bruce zijn we kwijt. Paul is nog wel bij hen. Het is wel van belang om Rick bij ons te houden, omdat hij de omgeving hier goed kent, met name de weg naar Catalina State Park. De weg gaat licht omhoog en dat is toch wel te merken. We raken Rick kwijt en besluiten daarom bij een kruising, waar de weg juist weer naar beneden gaat, op hem te wachten. Dat geeft weer de gelegenheid om wat mooie foto's van cactussen te maken, deels met besneeuwde bergen op de achtergrond. Rick vervoegt zich weer bij ons. We moeten nog een kleine tien mijl. Dan is er ineens een fietspad, maar nog meer bijzonder: de op kop rijdende Rick gaat niet op het fietspad rijden. Het fietspad is wel wat kronkelig, maar mijns inziens goed berijdbaar, wat overigens ook geldt voor de weg, waarop we rijden. Deze weg is wel redelijk druk, maar heeft twee banen aan iedere kant; op zich is het dus geen probleem om op de weg te rijden, maar toch. De kronkelige op het fietspad zijn ook niet allemaal functioneel : het lijkt erop, dat er ook voor het mooie wat halve bochten zijn aangelegd. Een paar mijl verderop gaan we alsnog het fietspad op. Het is een relatief druk fietspad: Amerikanen willen blijkbaar wel fietsen, als er maar een goed fietspad is. De bochten zijn nu lastig: het is goed opletten geblazen. Een opmerkelijke plek is op dit fietspad een kronkel, waarbij aan beide zijden flinke cactussen staan: ik zie her al een pelotonnetje Nederlandse wielrenners doorheen gaan, waarbij en eentje een stuurfout maakt met als gevolg, dat een deel van het peloton in een cactus belandt. En dan heb ik het nog niet eens over lekke banden. Overigens geeft Tereza die avond aan, dat ze op dit fietspad een ratelslang tegenkwam, die min of meer opgesloten zat tussen een muur en een grid (rooster): dat is weer eens wat anders dan een plotseling overstekende kat tussen je wielen. Hoe dan ook, wij komen geen ratelslang tegen. We dalen verder door, Oro Valley uit, en komen  dan in het Catalina State Park. Rick weet verder de weg en leidt ons naar de campingsite, waar we moeten zijn: we hebben er weer ruim 55 mijl op zitten. En ook niet onbelangrijk: morgen is een vrije dag. De tenten staan al klaar en de douchefaciliteiten zijn uitstekend: dus douchen en daarna even bijkomen in de chillzone. Dit laatste betekent wat praten met elkaar, wat ervaringen uitwisselen, maar ook weer wat drinken. Ik heb vrijwel nog geen zweetdruppels gevoeld, maar toch is het zeker de laatste dagen overdag behoorlijk warm (zeker boven de 25 graden Celsius; Amerikanen rekenen om de een of andere reden in Fahrenheit; mijlen kan ik wel omrekenen naar kilometers en feet wel naar meters, maar met Fahrenheit blijft dat toch lastig: iets van delen door zes, vermenigvuldigen met negen en er dan ook nog een worteltrekking op los laten; ik heb de moed inmiddels opgegeven). Het is echter een droge warmte. De vochtige warmte verwacht ik pas in Louisiana. Het is gezellig in de chillzone: de vrouw van JJ is er en dat geldt ook voor de vrouw van Rick. Internet is hier lastig en dat geldt eigenlijk voor elk State Park. Piet heeft vandaag Rosie bij zich gehad: de hele dag op een mooie plek op het stuur. Piet had mij gisteren al aangegeven, dat hij na mij Rosie wel wilde, "omdat hij er dan maar vanaf zou zijn". En zo is het ook. Ik heb dat gisteren aangekondigd met de opmerking, dat Rosie Nederlands wel een leuke taal vond en dat nog wel een dag wilde horen. Piet heeft er de afgelopen negen dagen geen geheim van gemaakt, dat hij fan is van de Rolling Stones en er heeft dan ook de nodige Stones-muziek geklonken. Piet begint zijn verhaal met de opmerking, dat hij Rosie heeft voorgesteld Let's spend the nicht together, dat zij op zijn voorstel is ingegaan en dat ze een mooie nacht gehad hebben. Daarna roept hij de laatste woorden van Ruby Tuesday (een paar dagen eerder hebben we dat al min of meer samen gezongen): "Catch your dreams before they slip away". En zo is het ook. Morgen hebben we vrij: de invulling is nog onduidelijk.